winkelen

Het is dat iemand in ons gezelschap een fietslampje nodig had anders was ik er glad voorbij gelopen.
Verscholen tussen alle wereldketens lag daar een heel klein ouderwets winkeltje.
Zoals de Amerikanen zo goed omschrijven: Een echte “mom and pop store.”
Zo’n beetje de grootte van mijn woonkamer.
Er ging een ding-dong bel af toen we de winkel instapten. Meneer stond in zijn stofjas trots achter zijn toonbank. De deur naar de keuken stond open, zodat wij een prachtig uitzicht  hadden op zijn vrouw aan de wiebelige keukentafel. Zij zat in een zeer zwaar, zwart boek alle cijfers op te tellen.

Gelijk schieten mijn gedachten terug naar mijn eerste boodschap voor m’n moeder. Ik was 4 jaar en ging naar de kruidenier op de hoek, achter de grote boom. Hij vouwde voorzichtig het boodschappenbriefje uit m’n kleverige hand, vulde m’n mandje en schreef het bedrag in net zo’n zwart groot boek.
Die boeken bestaan dus nog.

Maar, zoals het hoort, kwam mevrouw direct vanuit de keuken aangeschuifeld met, jazeker, een heuse snoepjestrommel. Voor haar gasten. En wij werden niet teleurgesteld toen de deksel opgetild werd: van krijtdrop tot ulevellen.
Ondertussen liet meneer trots zijn voorraad zien. Terwijl de keuze al snel gemaakt was kwam hij met nog meer dozen. Pas toen elke doos open en de inhoud vergeleken was, was meneer tevreden.
Om een voorbeeldje te noemen: ik heb nog nooit zo’n enorme voorraad fietsbellen bij elkaar gezien.
Gelukkig hadden we gevonden waar we voor kwamen want je kunt onmogelijk de winkel verlaten met alleen een dropveter achter de kiezen.

Later dacht ik dat dit winkeltje nou echt thuis hoort op de Zaanse Schans. En daar schrok ik van. Is het al zo triest dat we dit soort winkeltjes als souvenir zien.? Dat het nog zo weinig voorkomt dat ik het al gelijk in een openlucht museum wil plaatsen?

Mijn vriendin heeft ook zo’n winkeltje. Nee, niet met fietsbellen maar met tabak. En tijdschriften, kaarten, alles wat er bij hoort  en in haar (kleine) winkeltje past.
OK- het zwarte boek ontbreekt en is vervangen door een computer maar voor de rest stap je ook even het verleden in. Haar winkel staat in de dorpskern.
Beter nog: Het IS de dorpskern.
Rokers en niet-rokers komen hier allereerst om hun verhaal te doen. Facebook in het dorp is niet nodig. Zij weet als eerste wie er een steenpuist heeft, wie er vanavond spruitjes eet en wat de overbuurman van de slager gebeurd heeft voor zijn oude kastje.
Zo blijf ik- ook al ben ik al jaren weg uit het dorp- toch op de hoogte.
“Zat die of die niet bij jou in de klas op de kleuterschool? Hij/zij heeft er een kleinkind bij.”……

Ik zeg u lieve mensen, dit soort winkeltjes mag NOOIT verloren gaan!

Natuurlijk kun je bij de grote supermarkten en winkelketens bijna alles kopen wat een mens nodig heeft. Om maar te zwijgen over internet. Maar mede-leven is niet te koop!

Oh enne, mijn vriendin heeft ook een snoeptrommel…….