De inbreker rijdt naar de volgende klus. Het is 5 over 2 in de vroege ochtend en doodstil op straat. Het fietspad langs de Arnhemsebovenweg is donker. Hij heeft expres de lichten van zijn fiets uitgedaan, zodat hij geen aandacht trekt.
Bij iedere rechtertrap geeft z’n fiets een luide piep. Daar moet hij wat aan doen.
Niet dat er ook maar iemand richting Driebergen fietst.
Niet op dit uur.
Er kraakt van alles naast hem in het bos, maar dat deert hem niet. Het is vast een muis, een vogel, de wind door de bomen. Hij is alert op geluiden die hij niet kent. Zoals dat vreemde aanhoudende lage geronk in de verte. Alsof er constant een motor staat te draaien.
Langzaam fietst hij door. Die stomme trapper!
Het geronk wordt sterker. Wat is dat toch?
Plotseling doemt er een groot bord op langs de kant van de weg. De felverlichte letters geven hem de volgende boodschap:
LET OP: IN DEZE BUURT CONTROLEERT DE POLITIE OP WONINGINBRAAK.
Dat zal wel even lekker wezen. Een withete woede maakt zich van hem meester.
Zijn ze nou helemaal gek geworden? Net nu hij zin had om juist in deze buurt z’n slag te slaan. Dat betekent dat hij nu gedwongen wordt een andere plek te zoeken, want ze kunnen tenslotte niet op twee plaatsen tegelijk zijn.
En weten ze wel wat dat voor de hardwerkende inbreker inhoudt? Nu met dat zooitje op de Hoofdstraat moet hij dus een heel roteind omfietsen om aan de andere kant van het dorp te komen.
Dachten ze nou echt dat hij al die moeite zou gaan doen?
Dan hebben ze toch mooi de verkeerde gedachten over de inbreker van tegenwoordig! Er zit niets anders op dan terug naar huis te gaan en te wachten tot dat stomme bord verdwenen is.
Zolang het er nog staat kunnen de inwoners dus lekker slapen. De inbrekers zijn tenslotte gewaarschuwd. U bent veilig.
Of ben ik nu wat naïef?
Heerlijk verhaal. Wie leert er wat van? Een doordenkertje??